Woensdag 30 september 2015

Voor het ontbijt, zo tussen zes en zeven uur ’s ochtends, liep ik even door het dorp Fetraomby. De meeste mensen zijn dan al actief, zij gingen  naar hun landje, deden werkzaamheden thuis of waren actief in hun winkeltje.  Aan de ene kant van het dorp zag ik een man een schutting rond zijn huis bouwen van bamboestokken: dat zag er stevig uit en het kon ook snel gemaakt worden.  Bamboe wordt in Madagaskar veel gebruikt als constructiemateriaal, het wordt niet voor niets het “staal van de tropen”genoemd.

Een man bouwt een bamboehek om zijn huis.
Een man bouwt een bamboehek om zijn huis.

Even verder in het dorp zie ik mannen draagjukken te maken van jerrycans en balen. Zij  gaan waarschijnlijk op stap naar een ander dorp of misschien naar hun akkerlandje.

Twee mannen maken draagjukken, zodat ze de bagage gemakkelijk over een schouder kunnen dragen.
Twee mannen maken draagjukken, zodat ze de bagage gemakkelijk over een schouder kunnen dragen.

Na het gezamenlijke ontbijt namen wij van de vijfdaagse tocht afscheid van Anneke, Janny en Robert.  Zij zouden diezelfde avond weer hier blijven slapen. Zij zouden een gemakkelijke tocht gaan maken naar een waterval en dan weer terugkeren.  De volgende dag zou spannend worden, dan moesten ze op tijd in Brickaville zijn om met de Cotisse naar Tana te kunnen rijden. Iemand helpt ons met het maken van een afscheidsfoto.

Afscheidsfoto van de groep met onze gids Lambert helemaal rechts.
Afscheidsfoto van de groep met onze gids Lambert helemaal rechts.

Ook na dit afscheid voelen we dat we ze gaan missen: het was aangenaam om met Anneke, Janny en Robert om te gaan. Het waren geen fanatieke plantenliefhebbers zoals de mensen van de Hortus, maar ik weet zeker dat ze ook genoten hebben. Robert kon onze “obsessie” goed relativeren. Op kritieke momenten zorgde hij ervoor dat er wijze beslissingen genomen worden: de beklimming van de Pic Boby annuleren omdat er te weinig tijd over was en adequaat reageren bij het inschepen.

Na het afscheid liepen we met Lambert en de lokale gids een tocht van ongeveer 7 uur naar een dorp in de bergen. Het pad was vaak glibberig. Vooral de stukken waar we steil naar boven of omlaag moesten, waren riskant. Maar onze gidsen waren erg behulpzaam.  Corrie had een privégids geregeld, die haar bagage droeg en haar bij moeilijke passages hielp.
Gelukkig waren er ook vlakke stukken, die goed opgedroogd waren en dus niet zo glibberige waren. Dat waren vaak de trajecten boven op een kam of hoogvlakte. Vrijwel altijd keken we dan uit op een  redelijk open secundair woud. Het oorspronkelijke primaire oerwoud was bijna helemaal verdwenen. Erg jammer.

Tijdens een vlak stuk in een hoger terrein kunnen we over de omgeving uitkijken
Tijdens een vlak stuk in een hoger terrein kunnen we over de omgeving uitkijken

Bij het kruisen van beken probeerden Irina en Lambert zo veel mogelijk stenen in het water te leggen, waardoor we over konden hoppen, eventueel aan de hand van hen.

Bij het oversteken van beken maakten we zo veel mogelijk gebruik van neergelegde stenen, zodat onze voeten droog bleven.
Bij het oversteken van beken maakten we zo veel mogelijk gebruik van neergelegde stenen, zodat onze voeten droog bleven.

We moesten ook de rivier Riasila oversteken met behulp van een pontje, die bestond uit een piroque. Deze zagen er niet stabiel uit, zowel Jan, Herman als ik waren bang dat we zouden omslaan en dat onze camera’s nat zouden worden. Door op de knieen in de piroque te gaan zitten en het bovenlichaam naar beneden te bewegen, konden we omslaan van de kano tegenhouden.

De eerste lichting, Corrie, Jan en Annelies, gaan in een piroque de rivier Riasila over.
De eerste lichting, Corrie, Jan en Annelies, gaan in een piroque de rivoer Riasila over.

Tegen half zes, net voor de schemering inviel,  bereikten we het bergdorp waar we twee nachten zouden gaan slapen. Het was een dorp zonder winkels. Maar toch lukte het Lambert, dat we bier konden drinken, de flessen werden uit een ander dorp gehaald.

Een gedachte over “Woensdag 30 september 2015”

  1. 1 okt: dag 2 van de Milay trekking

    Na het afscheid van de groep van 5 begonnen Jannie, Anneke en Robert vanuit Fetraomby aan hun dagtocht naar de waterval. De tocht ging over smalle en soms modderige paden. Er viel in de loop van de ochtend een klein buitje, maar daarna klaarde het op voor de rest van de dag. Daarmee hadden we veel geluk met het weer. Als het stevig zou regenen zouden de paden steeds moeilijker begaanbaar worden en de kans op uitglijden aanzienlijk toenemen.
    Onderweg passeerden we een kleine kudde zebus die zich met kalfjes aan hun zijde verplaatsen over diezelfde smalle wandelpaden als wij. De zebu lijkt op onze koe, maar leidt een totaal ander leven in het regenwoud. Het is overigens opmerkelijk hoe weinig geluid die zebus maken. In drie weken tijd heb ik er nog nooit een horen loeien.
    Op een ander moment passeerden we een grote groep mensen, voornamelijk vrouwen, met in hun midden een vrouw die werd vervoerd op een draagstoel. Ze waren aan het pauzeren. Er stond een pannetje water op het vuur. Volgens de gids was de vrouw zwanger en stond ze op het punt om te bevallen. De groep was op weg naar het ziekenhuis van Fetraomby. Voor bewoners van de dorpjes in het oerwoud is dat vaak een tocht van meerdere dagen. Ook daarom gaan er veel mensen mee, om elkaar te beschermen onderweg tegen gevaren. Het is niet ondenkbaar dat het kind onderweg al geboren zou worden, voordat het ziekenhuis bereikt wordt.
    Het regenwoud staat vol met dorpjes die stuk voor stuk alleen bereikbaar zijn via smalle bospaden. Het wegennet van Madagascar is vaak nog middeleeuws. Als er al een bredere weg ligt dan is deze slecht begaanbaar, want bezaaid met gaten en rotsblokken.
    Verschillende mensen liepen tijdens de trekking met ons mee: onze gids Mahefa, de lokale gids Eugen, dragers Jimmie en Frederique, en de President van het lokale project. De President loopt sneller door dan wij om eerder op onze bestemming te arriveren om de lunch voor ons te regelen.
    Vlak bij een inlands dorp Ambodiriana moesten we een brede rivier passeren. Op dat moment moesten de schoenen uit. De gidsen en dragers deinzen er niet voor terug om ons toeristen op hun nek te nemen en over de rivier te dragen. Ondanks de hilarische tafereeltjes die dat oplevert, kiezen we er toch voor om zelf op blote voeten door de rivier te waden. Onze tere voetzooltjes zijn dat bepaald niet gewend. Een groot contrast met veel Malagassiers die niet anders doen dan op blote voeten rond lopen op alle soorten van bodems: bosgrond, zand, asfalt, etc. Zelfs over de ruwste keien dansen ze licht en snel.
    In het dorp Ambodiriana aangekomen sluit zich een sliert van mensen en kinderen achter ons aan bij de beklimming van de berg op weg naar het begin van de 120 meter hoge waterval. Ook de dorpsoudste loop met ons mee. Hij zal op de top van de berg een ritueel uitvoeren ter ere van de geesten van de overledenen, door lokaal gestookte alcohol in de rivier te gieten, onder begeleiding van voor ons onverstaanbare teksten. Behalve een fles alcohol heeft men ook een fles frisdrank meegenomen. Daaruit krijgen de kinderen en ook wij een ritueel slokje.
    Tijdens het ritueel mogen we allemaal een wens doen. Meestal de wens om weer veilig beneden te komen in het dorp. Het is namelijk nogal een hachelijke klauterpartij met diverse risico’s om uit te glijden en in de waterval te belanden. De Milay trekking staat geclassificeerd met 1 ster. Bij dit deel van de wandeling zouden 3 sterren niet misstaan. De gidsen doen alle mogelijk moeite om ons letterlijk en figuurlijk te ondersteunen terwijl we over de steile en gladde rotsen klauteren.
    Als onze wens in vervulling is gegaan en we weer veilig in het dorp zijn teruggekeerd wordt ons de lunch aangeboden in een van de huisjes. Het huisje is ingericht met fauteuils en is gebouwd van kwalitatief hoogwaardig hout. De ‘gordijnen’ bestaan uit stukken golfplaat, heel decoratief. Ook staat er een bed in de ruimte. Is het huis van de dorpsoudste? Na de lunch worden we verrast door de dorpsbewoners met ceremoniële muziek en dans. We vrezen dat dat al gauw een uur kan duren, voor de dorpsbewoners is dit een hoogtepunt van de dag, zo niet van de week of zelfs van de maand. Wij moeten echter voor donker weer in ons dorp zijn. Daarom vragen we de gids of we kunnen afspreken dat ze maximaal 5 nummers doen. Dat is gelukkig geen probleem. Vier mannen spelen op blokfluiten, een gitaar en een trommel. Zes vrouwen dansen in kleurige klederdracht met hoedjes. Uiteraard moeten we meedansen. Dat is niet heel ingewikkeld. De meest voorkomende danspas is om de rechtervoet afwisselend achter en voor de linkervoet te plaatsen, die zelf min of meer op zijn plek blijft.
    Nadat we beleefd bedankt en afscheid genomen hebben waden we weer door de rivier, wederom zwaar ondersteund door onze assistenten en vangen de terugweg aan. Bij Fetraomby passeren we het ziekenhuis. Deze is van categorie II, wat betekent dat er dagelijks een arts aanwezig is. We vragen of we een rondleiding kunnen krijgen. Het duurt even voordat de dienstdoende arts gevonden is. Dat is dokter Nadia en zij zit in een EHBO training elementaire gezondheidszorg voor bewoners.
    Ze toont ons haar eigen en de naastgelegen spreekkamer. Er hangen attributen aan de muur voor anticonceptie en grafieken met statistieken van veel voorkomende ziektes, zoals cholera en difterie. Vervolgens lopen we door naar de kraamkamer die een echt kraambed bevat en een soort aanrecht die ook wel gebruikt wordt als kraambed omdat er wel eens gelijktijdig twee bevallingen plaatsvinden. Vervolgens lopen we de ‘kliniek’ in: een vervallen ruimte waar zich 3 patiënten bevinden. Twee liggen er in een bed, de derde op een matras op de grond. Twee hebben snijwonden, in voet of buik, de ander heeft een blaas of nierprobleem. Daarna lopen we door naar de ziekenhuiskeuken, die qua voorzieningen niet afwijkt van hoe mensen doorgaans thuis hun maaltijden bereiden. Overigens werd er bruine rijst bereid, hetgeen zeldzaam is. Tenslotte toonde dr. Nadia ons de apotheek die behalve uit een grote archiefkast met medicatie bestond uit een luik in de muur van waarachter de patiënten bediend werden. Medische behandelingen zijn vaak gratis, maar medicatie moeten de patiënten zelf betalen. Artsen verstrekken geen medicinale kruiden waarover we vaak zo veel verteld krijgen door de gidsen tijdens onze natuurwandelingen. Maar die weten de patiënten zelf wel te vinden via hun eigen kanalen.
    Voor het diner loopt Anneke met onze paspoorten en de Mahefa langs de gendarmerie voor de noodzakelijke administratie. Daar ontspint zich een hilarisch tafereel. Eerst loopt de dienstdoende agent alle archiefkasten langs op zoek naar het schrift waarin alle buitenlanders worden genoteerd. Dat schrift wordt niet gevonden. Daarom stelt Anneke voor alle info uit de paspoorten op een apart vel te noteren, wat later overgenomen kan worden in het schrift, zodra dit weer gevonden is. Aldus geschiedde. Daarna stak de agent een lofrede af op onze komst naar Madagascar en naar Fetraomby. De hoop dat deze beloond wordt met een gulle gift wordt door Anneke niet beantwoord. Nadat Anneke afscheid heeft genomen van een ontevreden agent, heeft Mahefa achter de schermen dit financiële probleem ongetwijfeld hersteld.
    ’s Avonds krijgen we van de dorpsbewoners nog een ceremonieel optreden aangeboden bij ons logisverblijf in Fetraomby. De elektrisch gitaar is aangesloten op een megafoon en staat als zo vaak te hard waardoor het onversterkte gezang wordt overstemd.

Reacties zijn gesloten.